ZOOGDIER IN NOOD?
Zoogdier in nood gevonden? Hieronder volgt een stappenplan met wat te doen, alsook specifieke informatie over wat te doen met zeezoogdieren, vleermuizen en tamme (exotische) zoogdieren.
We vragen zo veel mogelijk te trachten het dier zelf binnen te brengen, gezien we slechts over een beperkt aantal vrijwillige transporteurs beschikken.
Showing /
1. BEKIJK DE SITUATIE
- Wat is er mis? Zoogdieren kunnen om verschillende redenen hulp nodig hebben: aanrijdingen, verwezing, prikkeldraad, honger, gegrepen door huisdieren, ziekte, ... Door deze vele redenen hebben ze vaak gespecialiseerde hulp nodig. Probeer ze dus niet zelf te verzorgen, maar breng een dier in nood zo snel mogelijk binnen in een erkend opvangcentrum.
- Safety first. Indien het dier zich in een gevaarlijke situatie bevind, zoals op een dak of op een snelweg, dan contacteer je best de brandweer of politie. Zo bewaar je de veiligheid voor jezelf en voor het dier.
- Beperk stress. Wilde dieren zijn zeer gevoelig aan stress, vooral als ze gewond zijn. Vermijd daarom stress factoren als lawaai, fel of flitsend licht en overmatige aanraking.
2. HET DIER VANGEN
- Klauwen en bijten. Bij het hanteren van zoogdieren draagt men best handschoenen. Tuinhandschoenen zijn hiervoor geschikt. Wanneer het om grotere zoogdieren gaat zoals vossen, marters of reeën neem je best eerst contact met ons op via 059 80 67 66.
- Traag benaderen. Om te voorkomen dat het dier vlucht is het belangrijk om het eerst traag te benaderen en pas de laatste meters te lopen. Tracht indien mogelijk het dier in een wijde bocht te benaderen.
- Zachtjes vangen. Probeer het dier zo rustig mogelijk te pakken, gebruik hier best hulpmiddelen voor zoals een handdoek, een jas of een schepnet.
- Doos of transportbak? Waarin je het dier vervoert hangt af van de soort en toestand van het dier. Een egel kan je in een diepe plastic bak of kartonnen doos vervoeren terwijl een aangereden vos of marter eerder in een katten- of hondenbench vervoerd worden. Zorg dat de doos of de bak bedekt is met een handdoek om het donker te maken. Let wel op: kleine dieren zoals vleermuizen en muizen kunnen gemakkelijk door heel kleine openingen ontsnappen.
3. BRENGEN NAAR OPVANGCENTRUM
- Niet voederen of water geven. Het soort voedsel verschilt van dier tot dier. Ook kan het zijn dat het dier interne problemen heeft en kan voederen nefast zijn. Daarom is het van belang dat u het dier geen eten of water geeft maar dat het zo snel mogelijk naar een erkend opvangcentrum gebracht wordt.
- Op temperatuur. Hou volwassen dieren op kamertemperatuur. Jonge dieren vereisen echter warmere temperaturen, anders kunnen ze onderkoeld geraken en sterven. Wikkel een fles warm water in een doek en leg het naast het dier. Zorg dat de fles niet kan rollen en dat de fles niet rechtstreeks tegen de huid ligt.
Eenmaal het dier in een transportbak zit, kan het dier tijdens de openingsuren tot bij ons gebracht worden. Na de openingsuren bel je ons best eens.
Openingsuren van september tot en met mei:
9:00 – 12:30 en 13:30-17:30
Openingsuren van juni tot en met augustus:
9:00-12:30 en 13:30-21:30