• Wat is er mis? Zoogdieren kunnen om verschillende redenen hulp nodig hebben: aanrijdingen, verwezing, prikkeldraad, honger, gegrepen door huisdieren, ziekte, ... Door deze vele redenen hebben ze vaak gespecialiseerde hulp nodig. Probeer ze dus niet zelf te verzorgen, maar breng een dier in nood zo snel mogelijk binnen in een erkend opvangcentrum.
• Safety first. Indien het dier zich in een gevaarlijke situatie bevind, zoals op een dak of op een snelweg, dan contacteer je best de brandweer of politie. Zo bewaar je de veiligheid voor jezelf en voor het dier.
• Beperk stress. Wilde dieren zijn zeer gevoelig aan stress, vooral als ze gewond zijn. Vermijd daarom stress factoren als lawaai, fel of flitsend licht en overmatige aanraking.

• Draag handschoenen. Bij zoogdieren is het belangrijk het risico op gebeten en gekrabbeld te worden te verminderen. Vele zoogdieren dragen hondsdolheid met zich mee, en een krab wonde kan al snel tot infectie lijden indien die niet ontsmet wordt. Draag daarom bij voorkeur handschoenen bij het handelen van zoogdieren, en ontsmet achteraf telkens je handen.
• Traag benaderen. Om te voorkomen dat het dier vlucht is het belangrijk om het eerst traag te benaderen en pas de laatste meters te lopen. Tracht indien mogelijk het dier in een wijde bocht te benaderen.
• Zachtjes vangen. Probeer het dier zo rustig mogelijk te pakken, eventueel met behulp van een handdoek, een schepnet of een jas.
• Prikkeldraad knippen. Dieren die vasthangen in prikkeldraad nooit losmaken, maar aan beide zijden de prikkeldraad losknippen en zo volledig meenemen.
• Indien het niet mogelijk is zelf een dier te vangen, contacteer ons op 059 80 67 66.

Eens gevangen kan je het dier binnen onze openingsuren binnen brengen. We zijn in de maanden juni-juli-augustus open tussen 9:00-12:30 en 13:30-21u30. Tijdens andere maanden zijn we open tot 17u30. Buiten onze openingsuren kan je een dier altijd in de kist buiten onze ingang achterlaten.

• NIET VOEDEREN. De voedingsnoden van zoogdieren lopen uiteen van soort tot soort, en er kan al snel iets verkeerd gaan indien ze het verkeerde eten krijgen. Daarboven worden de problemen van gewonde of zieke dieren niet opgelost door ze eten of drinken te geven. Laat het voederen daarom over aan onze medewerkers.
• Donker en ademruimte. Vervoer het dier eens gevangen in een donkere (liefst kartonnen) doos die voldoende ruimte en luchtgaten heeft. Let bij kleine dieren op dat ze niet door de gaatjes kunnen ontsnappen. Leg een handoek of wat keukenpapier in de doos zodat het dier zich eventueel kan verstoppen.
• Op temperatuur. Hou volwassen dieren op kamertemperatuur. Jonge dieren vereisen echter warmere temperaturen, anders kunnen ze onderkoeld geraken en sterven. Wikkel een fles warm water in een doek en hou het naast het dier om het warm te houden.
• Steun bij breuken. Indien het dier iets gebroken heeft wikkel je het best in een doek om overbodige beweging te beperken.

• Laat zeehonden rusten. Zeehonden zoeken vaak land op om uit te rusten, maar kunnen al snel verstoord worden op onze stranden. Ongeacht of het dier er gezond of ziek uit ziet, hou minstens 30 meter afstand en contacteer NorthSealTeam of SeaLife op onderstaande telefoonnummers. Zeehonden zullen je ook dankbaar zijn als je je hond aan de leiband houdt op strand.
• Gestrande walvissen. Voor gestrande dolfijnachtigen telt elke seconde, terwijl het karkas van grotere dieren zo snel mogelijk dient geborgen te worden door explosieve ontbindingsgassen. Contacteer daarom de BMM of NorthSealTeam op onderstaande nummers.
• Waarnemingen melden? Indien je een zeezoogdier gespot hebt kan je dit altijd melden op dolphin@mumm.ac.be.

Telefoonnummers

BMM: 059 70 01 31 - 0477 25 90 06 - 0473 95 30 59 - 0475 46 60 68

NorthSealTeam: 0491 74 32 78

SeaLife: 0477 34 58 90

• Binnen gevlogen? Wanneer een vleermuis per ongeluk je huis binnenvliegt zal die snel genoeg uit zichzelf vertrekken wanneer je een raam of deur laat open staan voor hen. Indien de vleermuis niet uit zichzelf vertrekt kan je wachten tot die zit, er een doos over zetten en er een stuk papier of karton er onder schuiven. Daarna kan je het diertje naar buiten brengen en het laten wegvliegen.
• Op de grond? Als je een vleermuis op de grond vindt en het vliegt niet direct weg, dan kan het zijn dat die ziek, gewond of uitgeput is. Breng in dit geval de vleermuis binnen bij ons.
• DRAAG HANDSCHOENEN. Vleermuizen zijn dragers van veel ziektes die aan mensen kunnen worden overgedragen, waaronder hondsdolhied. Daarboven hebben ze vaak kleine tanden en kan het soms moeilijk zijn een beet te voelen. Draag daarom altijd handschoenen wanneer je een vleermuis probeert vast te nemen.

Tamme Dieren
Voor onderstaande tamme dieren kan je terecht bij Het Blauwe Kruis te Oostende

• Katten
• Honden
• Tamme konijnen
• Cavia's

Het Blauwe Kruis van de Kust vzw
Cedersdreef 1
059 70 44 37
www.hetblauwekruiskust.be
info@hetblauwekruiskust.be   

Exotische Diersoorten

Het Natuurhulpcentrum in Opglabbeek vangt exotische diersoorten zoals chimpansees, leeuwen, damherten, wasberen, berberaapjes … op. Het Natuurhulpcentrum heeft speciaal voor deze - vaak gevaarlijke - exotische wilde dieren een aparte vleugel met zwaar beveiligde kooien en een quarantaineafdeling.

Natuurhulpcentrum vzw
Industrieweg Zuid 2051
3660 Opglabbeek
089 85 49 06
www.natuurhulpcentrum.be
info@natuurhulpcentrum.be