1. BEKIJK DE SITUATIE

• Wat is er mis? Vogels kunnen om verschillende redenen hulp nodig hebben: aanrijdingen, olie, prikkeldraad, ramen, katten, ziekte, ... Door deze vele redenen hebben ze vaak gespecialiseerde hulp nodig. Probeer ze dus niet zelf te verzorgen, maar breng een vogel in nood zo snel mogelijk binnen in een erkend opvangcentrum.
   
• Safety first. Indien het dier zich in een gevaarlijke situatie bevind, zoals op een dak of op een snelweg, dan contacteer je best de brandweer of politie. Zo bewaar je de veiligheid voor jezelf en voor het dier.
   
• Beperk stress. Wilde dieren zijn zeer gevoelig aan stress, vooral als ze gewond zijn. Vermijd daarom stress factoren als lawaai, fel of flitsend licht en overmatige aanraking.

2. DE VOGEL VANGEN

• Klauwen en bijten. Afhankelijk van de soort moet je op de snavel en/of klauwen letten. Bent u niet zeker over hoe het dier te vangen? Bel ons gerust op op 059 80 67 66.
   
• Traag benaderen. Om te voorkomen dat het dier vlucht is het belangrijk om het eerst traag te benaderen en pas de laatste meters te lopen. Indien het een vogel aan zee betreft, wandel eerst tot aan de waterlijn en dan pas richting de vogel. Zo voorkom je dat het de zee in vlucht.
   
• Zachtjes vangen. Probeer de vogel zo rustig mogelijk te pakken, gebruik hier best hulpmiddelen voor zoals een handdoek, een jas of een schepnet.
   
• Kartonnen doos. Eenmaal de vogel gevangen is, vervoer je die het best in een doos met genoeg verluchtingsgaten. Kartonnen dozen zijn het best omdat ze donker zijn voor de vogel, gemakkelijk weg te gooien, ze zijn erg licht en overal kan je dergelijke dozen vinden.
   
• Prikkeldraad doorknippen. Vogels die vasthangen in prikkeldraad nooit losmaken, maar aan beide zijden de prikkeldraad losknippen en zo volledig meenemen.

3. BRENGEN NAAR ONS OPVANCENTRUM

• Niet voederen of water geven. Het soort voedsel verschilt van vogel tot vogel. Ook kan het zijn dat het dier interne problemen heeft en kan voederen nefast zijn voor de vogel. Daarom is het van belang dat u het dier geen eten of water geeft maar dat het zo snel mogelijk naar een erkend opvangcentrum gebracht wordt.
   
• Op temperatuur. Hou volwassen dieren op kamertemperatuur. Jonge dieren vereisen echter warmere temperaturen, anders kunnen ze onderkoeld geraken en sterven. Wikkel een fles warm water in een doek en leg het naast het dier. Zorg dat de fles niet kan rollen en dat de fles niet rechtstreeks tegen de huid ligt.
   
• Steun bij breuken. Vogels met ernstige breuken kunnen in een doek gewikkeld worden om overbodige bewegingen te beperken.

Eenmaal de vogel in een doos zit kan het dier tijdens de openingsuren tot bij ons gebracht worden. Na de openingsuren kunnen vogels altijd achtergelaten worden in onze opvangbakken die zich voor het opvangcentrum bevinden.

Openingsuren van september tot en met mei:
9:00 – 12:30 en 13:30-17:30
Openingsuren van juni tot en met augustus:
9:00-12:30 en 13:30-21:30